De rol van de apotheker en apothekersassistente verandert, zie Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg 2020. Vooruitlopend op deze visie, is het farmacotherapeutische proces bij patiënten met een geneesmiddel uit het longformularium geoptimaliseerd. In 2018 krijgt de apotheker en apothekersassistent een grotere rol in dit proces. In plaats van simpelweg het geneesmiddel overhandigen bij een tweede en vervolguitgifte, vragen zij o.a. actief naar ervaringen/problemen en wordt de inhalatie instructie herhaald. Idee is dat hierdoor de therapietrouw, effect van de behandeling en kwaliteit van het geleverde zorgproces verbetert.

Concrete veranderingen
Concreet betekent dit dat er per 1 januari 2018 extra tijd is gecontracteerd voor:

  • Eerste vervolgcontrole (VC 1) door de apothekersassistent;
  • Tweede vervolgcontrole (VC 2) door de apothekersassistente;
  • Een evaluatiegesprek door de apotheker (EG).

Bovendien gaan de apothekersassistent en apotheker ook registreren in MediX, waardoor er een gezamenlijk dossier ontstaat. Huisarts, POH, apotheker en assistent krijgen zo meer zicht op de patiënt en kunnen gemakkelijker eventuele bijzonderheden e/o aandachtspunten uitwisselen.

Het farmacotherapeutisch proces

Wat vragen we van de POH?

  • Alle contactmomenten met ketenzorg patiënten te registreren in MediX (dus ook de controle na 4-6 weken na instellen van nieuwe medicatie!) t.b.v. een volledige informatie-uitwisseling met apotheek;
  • De patiënten met een geneesmiddel uit het formularium (digitaal via het dashboard in MediX) te verwijzen naar de apotheek*;
  • De patiënt te informeren over de uitgebreide(re) begeleiding vanuit de apotheek (voorbeeldbrief in MediX)*.
    *Alerts in MediX

Meer informatie?
Vragen, opmerkingen, suggesties voor verbetering? Neem contact op met Maud van Hoof (043 350 69 28, m.van.hoof@zio.nl).