Volgens de NHG-Standaard COPD is behandeling met ICS alleen nodig bij COPD-patiënten die regelmatig exacerbaties ervaren of behalve COPD ook astma hebben. Veel COPD-patiënten blijven echter ICS gebruiken hoewel ze geen recente exacerbaties hebben. Daarnaast is de diagnose ‘astma’ niet altijd bekend of niet met zekerheid gesteld. Aangezien de therapeutische waarde van ICS buiten de genoemde indicaties beperkt is, lopen deze patiënten een onnodige groot risico op ICS-gerelateerde bijwerkingen zoals pneumonie, disregulatie van comorbide diabetes en osteoporose, wat ook kan leiden tot ziekenhuisopnames. Naast de persoonlijke schade leidt de behandeling van deze bijwerking tot onnodige zorgkosten, geraamd op 40 miljoen euro per jaar.
Huisartsen kunnen gebruik maken van het ICS stop- en monitoringsinstrument. Apothekers kunnen huisartsen ondersteunen bij het terugdringen van onterecht ICS gebruik. De apotheker kan de huisartsenpraktijk voorzien van een uitdraai uit het systeem (SFK rapport of anders) met patiënten die onterecht ICS gebruiken. Of en hoe de huisartsenpraktijk hier gebruik van maakt, is aan de praktijk zelf. Maak hierover afspraken in jullie FTO.
Huisartsen kunnen de spiegelinformatie met betrekking tot het terugdringen van onterecht ICS gebruik bij COPD raadplegen in MediX.
Bij vragen kunt u contact opnemen met Maud van Hoof of Jodie Schobben ( M.van.Hoof@zio.nl, j.schobben@zio.nl )