Door een wijziging in de wet BIG zijn BIG-geregistreerde zorgverleners per 1 april verplicht hun BIG-nummer actief bekend te maken.
De KNMG ondersteunt dit principe. Het zorgt voor een grotere transparantie en duidelijkheid voor de patiënt en geeft (potentiële) patiënten de zekerheid dat een arts bevoegd is. De KNMG is echter niet meegenomen in de manier waarop de uitvoering van deze wetswijziging zou worden geregeld, terwijl de minister dit wél had toegezegd in een brief aan de Tweede Kamer. De KNMG stelde vast dat het om een veel omvangrijkere verplichting voor artsen gaat dan gedacht. Zo is voorgesteld dat het BIG-nummer ook op alle facturen en op websites staat.
Ook is de beoogde datum van invoering, 1 april 2019, volgens de KNMG veel te snel. Vermelding op facturen lijkt een onevenredig belastende administratieve maatregel, omdat deze facturen meestal naar de zorgverzekeraar gaan en niet rechtstreeks naar de patiënt.
Voor aanpassing van websites en software zijn artsen vaak mede afhankelijk van anderen, zoals softwareleveranciers en werkgevers. En daar is vaak veel tijd mee gemoeid en worden systemen meestal maar twee keer per jaar geüpdatet. Daarnaast is nog niet bekend hoe de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hier toezicht op gaat houden.
De KNMG heeft daarom middels een brandbrief naar het ministerie aangedrongen op aanpassingen en een latere ingangsdatum van deze regelgeving, zodat het veld zich goed kan voorbereiden op de invoering.
Maandag 11 maart heeft Minister Bruins middels een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat overleg met diverse branche organisaties inzake bovenstaande kwestie wordt ingepland, om overbodige administratieve lasten te voorkomen. Daarnaast heeft de minister de inspectie (IGJ) verzocht na 1 april nog niet te handhaven op de verplichting, totdat eerder genoemd overleg en de nadere besluitvorming over de situaties waarin het BIG-nummer moet worden vermeld is afgerond en er voldoende tijd is geboden om de verplichting te implementeren.
Voor de volledige brief, klik hier